Diane Van Den Bergh

Psychotherapie

Tieners! Wat een vermoeiende bezigheid.

Juni is de maand bij uitstek voor zowel tieners als hun ouders om op het scherp van de snee te balanceren. En een stuk van juli ook.

Vier kinderen hebben we, respectievelijk 17, 15, 13 en 11. De drie jongens hebben ADHD, het meisje van 13 niet.
De twee oudsten zitten in juni in de examens. De oudste heeft net een accident gehad op school en kan de laatste twee weken voor de examens niet naar school. Hij moet platliggen. De dag voor het examen zegt de dokter dat ie toch examens kan gaan doen, zij het in de rolstoel of mogelijks met krukken. Hij geeft zijn studie half op. Hij denkt dat hij er toch niet meer kan geraken. Hij leert op zijn kamer, maar telkenmale wij eens gaan kijken of het hem lukt, is hij weer met iets anders bezig: kaarten, strips lezen, slapen, . . Telkens een uitbrander. Telkens komt hetzelfde antwoord:”Ik ga er toch niet door zijn”.
Om je haren uit te trekken. 
Hij is al eens blijven zitten in het middelbaar en wij hebben een afspraak over blijven zitten. Eén maal kan dat in het middelbaar, geen twee maal. Als hij niet geslaagd is, dient hij een beroepsrichting te beginnen. Het enige probleem daarbij is dat we geen van allen een idee hebben welke beroepsrichting.

De tweede heeft voor zichzelf uitgemaakt dat hij beneden wil leren, daar kan hij zich beter concentreren. Hij wil heimelijk wel dat wij hem streng aanpakken, nakijken, ondervragen, hem helpen dus. Dit lijkt ons verstandig van hem. Er is echter een groot nadeel aan. De twee jongsten en wij dienen een hele namiddag en avond stil te zijn, geen computer, geen tv, want dan storen we hem. En dat voor drie lange weken. 
Hij had met Kerstmis een erbarmelijk slecht rapport en zit al in de derde school in drie jaar. Hij doet enorm zijn best, maar 11 buizen inhalen is niet niks natuurlijk.

Eén en al stress dus in de maand juni.

Op 29 juni gaan we om de rapporten.
De twee jongsten dik in orde en beiden kunnen ze volgend jaar naar ’t middelbaar.
Het verdict valt eerst voor onze tweede, na een zenuwslopende tramrit en het aanschuiven in de gang blijkt dat hij een A-attest heeft. Wij uitbundig blij natuurlijk.
Een uur later voor de oudste naar school. Even zenuwachtig, en wat blijkt, ook hij behaalt een A-attest. Zij hebben hem gedelibereerd omdat hij die twee weken alles gemist heeft. Wij nog uitbundiger blij natuurlijk.
We drinken champagne, eten fondue enz.

En nu zitten we in de vakantie. Het probleem (hoewel niet zo groot als in juni) dat zich stelt is tweeërlei:

  • De twee jongsten zijn op kamp. De twee oudsten doen niets, absoluut niets. Ze slapen uit, kijken tv, spelen op de computer en slapen terug. En dit dag in dag uit. Als je dan vraagt of ze nog iets van plan zijn in de vakantie hoor je enkel als antwoord: we hadden toch een A-attest, laat ons gerust.
  • Verder vinden ze dat ze iets ‘zeer duur’ moeten krijgen omdat ze een goed rapport hadden. Rond deze tijd is het solden, dus er worden heel wat kleren, schoenen gekocht die ze geweldig vinden. Maar dat is niet voldoende. Ze willen iets duurs (een nieuwe muziekinstallatie, een mp3-speler, een lap top…) Wij vinden dat het maar normaal is dat je je schooljaar goed afwerkt. En dat niet tegenover alles een cadeau moet staan. Zijn wij te streng?

Enfin, maar voor de rest gaat de vakantie zijn eigenste (on)rustige gangetje.


Een ouder